Go is een rijk spel. Rijk aan spanning en avontuur. Aan variatie en verrassingen. Aan uitdagingen (fantasie, denkkracht, creativiteit, zelfbeheersing, concentratie, wilskracht). En aan gebeurtenissen: er is geen boek, geen film, geen toneelstuk en geen 'game' waar zoveel in gebeurt als in één partij go. Elke partij weer.
Het is moeilijk onder woorden te brengen wat er nu precies mooi is aan go. De subtiliteit van het spel? Dat ogenschijnlijk kleine verschillen toch tot zeer verschillende uitkomsten kunnen leiden? Dat op het go-bord echt alles met alles te maken heeft? Of is het vooral de schoonheid van het abstracte die zich in go op sublieme wijze manifesteert? Dat go een schitterend spel is, wordt in elk geval door iedereen die het spel kent bevestigd.
Anders dan bij het oplossen van een kruiswoordraadsel heb je bij het spelen van een partij go te maken met een tegenstander. Een tegenstander die er alles aan gelegen is om het jou zo moeilijk mogelijk te maken. Maakt je dat bang? Of vind je dat juist een uitdaging? In het eerste geval kun je beter gaan borduren of een gedicht gaan schrijven. In het tweede geval zal go je niet teleurstellen. Maar wees voorbereid op het ergste, want go is meedogenloos.
Door het grote aantal mogelijkheden per zet meestal honderden is er bij go nauwelijks sprake van voorbereidende schermutselingen in de vorm van 'openingen' die je uit het hoofd kunt leren zodat je in elk geval een redelijke uitgangspositie hebt voordat het 'echte' gevecht begint. De strijd barst los zodra de eerste zet gedaan is. Natuurlijk zijn er in de loop van de duizenden jaren dat het spel bestaat wel allerlei min of meer vaste patronen ontwikkeld (de zogenaamde 'joseki'), maar het stomweg toepassen daarvan, zonder rekening te houden met de context, is op z'n best zinloos, maar leidt over het algemeen tot een volstrekt uit het lood geslagen stelling. Wie go speelt kan het denken niet aan anderen overlaten. Wat dat betreft is go onverbiddelijk.
Wie voor het eerst van zijn leven een partij go speelt en zwart heeft en dus mag beginnen heeft de keus uit 361 kruispunten. Tja, hoe beslis je dan op welk punt je speelt? (Strikt genomen zijn er voor de allereerste zet slechts 55 punten die wezenlijk van elkaar verschillen. Maar dan nog.) Doel van het spel is zoveel mogelijk gebied maken, maar hoe doe je dat met één steen op een verder geheel leeg bord? Voorwaar een enigszins overweldigende vraag! Laat ik één ding verklappen: dit gevoel van overweldigd zijn door al die mogelijkheden gaat nooit meer weg. Go blijft altijd een raadsel.
Go is zo'n 4000 jaar geleden ontstaan en zal blijven bestaan tot het einde der tijden. Je kunt het leren als je vier bent (aanbevolen voor toekomstige wereldkampioenen), maar ook als je tachtig bent. Go is dan ook van alle tijden en tijdloos tegelijkertijd: je kunt je er volledig in verliezen.
De grote schaker Emanuel Lasker schijnt eens gezegd te hebben dat als er ergens in het heelal intelligente levende wezens zijn deze wellicht het schaakspel kennen, maar vrijwel zeker go. De 'strenger doorgevoerde logica' (wat dat ook moge zijn) van go zou daarvoor de reden zijn. Wie dus van plan is een reisje te gaan maken naar bijvoorbeeld de Andromedanevel hoeft zich geen zorgen te maken: tegenstanders zat.
Maar ook wie niet zo reislustig is kan go spelen zoveel hij/zij wil, zelfs zonder het huis uit te moeten: online.
Voor wie niet zo van online is, zijn er ook nog gewone, ouderwetse go-clubs met een wekelijkse speelavond in een zaaltje of in een café. Nederlandse go-clubs hebben over het algemeen het beleid dat een ieder die dat wil een tijdje vrijblijvend kan komen spelen (en zelfs les krijgen) en pas contributie verschuldigd is als zij/hij uitdrukkelijk besluit om lid te worden. En wie dat uiteindelijk doet, zal verbaasd zijn over de lage contributie die wordt geheven.
En dan kun je tenslotte natuurlijk ook altijd nog gewoon thuis spelen met vrienden en familie. Spelmateriaal is in Nederland goed te krijgen en is niet duur.
Om te leren hoe go gespeeld wordt, hoef je geen genie te zijn. En het hoeft ook niet veel tijd te kosten. Een goede go-leraar kan een beginner in ongeveer een uur genoeg leren om geheel zelfstandig te kunnen spelen. Go helemaal op eigen houtje leren, met een boek of via internet, kan ook, maar vergt wel enig doorzettingsvermogen.
De regels van go zijn simpel, maar het spel volledig, tot in alle hoeken en gaten, begrijpen is ook voor de grootste genieën onmogelijk. Zelfs van AlphaGo (het computerprogramma dat in 2016 en '17 de go-wereld op zijn kop zette door tientallen partijen achter elkaar te winnen van de sterkste spelers ter wereld) kan niet worden gezegd dat het go volledig heeft doorgrond. En dat zoiets ooit wel zal gebeuren is niet erg waarschijnlijk.
Wie go speelt is voortdurend bezig met het oplossen van problemen. Grote en kleine. Tactische en strategische. Oplosbare en (misschien zelfs wel) niet-oplosbare. Maar hoe dan ook: go leeft!