Go uitleggen aan beginners, hoe doe je dat?

Zet ze zo snel mogelijk aan het spelen

Het belangrijkste advies aan iedereen die een beginnerscursus go wil gaan geven is: houd steeds voor ogen dat de enige manier om echt iets van het spel te gaan begrijpen is het zelf doen. Enige uitleg vooraf is natuurlijk onvermijdelijk, maar deze moet geen minuut langer duren dan nodig is: 10 à 15 minuten.

Zo'n minimale uitleg van de belangrijkste regels kan er zo uitzien:

(1.) Begin met het uitspreken van de zin: go is land veroveren door omsingelen. Pak vervolgens een (leeg) go-bord, speel daarop vier of vijf zetten van een partij, en zeg dan: 'en zo (met het om de beurt zetten van een steen op een leeg kruispunt) gaat het door tot het bord er ongeveer zó uitziet', waarbij je op het moment dat je 'zó' zegt een volledig uitgespeelde partij laat zien. Een eindstelling dus.


Met een volledig uitgespeelde partij bedoel ik een partij waarin alle lege punten ófwel tot het witte gebied behoren, ófwel tot het zwarte gebied en waarbij dan ook alle damepunten zijn ingevuld, alle te-ire zetten zijn gedaan (dat zijn noodzakelijke zetten in eigen gebied) en er geen enkele dode steen meer op het bord staat. Verder moet het natuurlijk wel een partij zijn waarin geen seki's of andere ingewikkelde toestanden op het bord staan.

Het als bij toverslag laten zien van een volledig uitgespeelde partij kan natuurlijk alleen als je die vantevoren geprepareerd hebt. Door hem, voordat de les begint, op een (demonstratie)bord te zetten bijvoorbeeld.

Die vier of vijf zetten waarvan hierboven sprake is kunnen er natuurlijk ook best acht of negen zijn. Ook hoeven het niet per se de beginzetten te zijn van de later te tonen eindstelling, maar dat is wel aan te raden. (Al was het maar omdat je diezelfde partij in een mogelijke vervolgcursus eventueel nog zou kunnen gebruiken voor het illustreren van allerlei tactische en strategische technieken. Om precies deze reden zou ik ook zeker gebruik maken van een echt gespeelde profpartij. De partij van de 'ear reddening move' bijvoorbeeld. (De inmiddels wereldberoemde partij van 'Move 37' is niet geschikt, want die wordt na zet 211 door Lee Sedol opgegeven en heeft dus geen telbare eindstand.)


(2.) Aan de hand van de uitgespeeldepartijstelling kun je de eerder uitgesproken (expres wat vage) kreet 'go is land veroveren door omsingelen' concreet maken door de term 'gebied ' te introduceren en aan de hand van de eindstelling laten zien wat daarmee wordt bedoeld: één of meer door stenen van dezelfde kleur omsingelde lege kruispunten. Meteen daarna kun je dan laten zien wie in die stelling heeft gewonnen en waarom: door simpelweg de door Zwart en Wit omsingelde kruispunten te tellen en te kijken wie de meeste heeft. Die heeft gewonnen. Da's logisch.


Merk op dat over het 'slaan' van stenen nog met geen woord is gerept. De cursisten moeten eerst zien waar het uiteindelijk allemaal om gaat: het maken van gebied.

Toch weten de cursisten op dit moment al een heleboel: (1) een partij go begint met een leeg bord, (2) Zwart en Wit doen om de beurt een zet door een steen op een leeg kruispunt te zetten (er wordt dus niet met stenen geschoven), (3) het gaat uiteindelijk om het maken van zoveel mogelijk gebied en dat doe je door zoveel mogelijk lege kruispunten te omsingelen. En ze hebben ook al een klein beetje strategie meegekregen: dat je niet al je stenen op een kluitje hoeft te zetten bijvoorbeeld en dat Zwart en Wit elkaar niet per se onmiddellijk in de haren hoeven te vliegen. Het langetermijneffect hiervan moet niet onderschat worden!

Maar nu wordt het tijd om 'het slaan' te introduceren.


(3.) Zeg iets als:

Een spel waarbij de spelers elkaar niet — al dan niet virtueel — de hersens in kunnen slaan, kan niks wezen. Dat wisten de Chinezen van vierduizend jaar geleden ook al en de regels van go voorzien dan ook in verregaande gruwelijkheden. Hoe ver die gruwelijkheden precies gaan is iets waar je alleen achter komt door zelf go te gaan spelen, maar de basis ervan is een simpele regel: Als een speler een zet doet waarmee één of meer stenen van de tegenstander van al hun 'vrijheden' worden beroofd, worden die stenen onmiddellijk van het bord genomen en als 'gevangenen', door degene die die zet gedaan heeft, bewaard.


Als er één regel is die verdere toelichting verdient, is het deze wel. Die verdere toelichting kun je het beste geven aan de hand van een aantal voorbeelden. Kijk hier (pagina 1, rechter kolom) voor een vijftal voorbeelden van slaan die meteen antwoord geven op een heleboel van de te verwachten vragen van de cursisten.

Ook hiervoor geldt trouwens dat je deze voorbeelden al vóór de les begint moet hebben klaarstaan. Op een tweede (demonstratie)bord of op wat voor wijze dan ook. Je moet ze in ieder geval niet ter plekke nog moeten construeren als je je uitleg tot 15 minuten wilt beperken.


(4.) Zeg, direct nadat je heel kort, aan de hand van de voorbeelden, het begrip 'laatste vrijheid' en het slaan van stenen hebt behandeld (en misschien het woord 'ketting' of 'keten' een keer hebt laten vallen):

En nu is het tijd om te gaan spelen!

Als het goed is, is er nu (als het om volwassenen gaat) duidelijk een zucht van opluchting waarneembaar of barst er (als het om schoolkinderen gaat) een luid gejuich los. Eindelijk actie!


De bedoeling is dat de cursisten nu twee aan twee tegen elkaar gaan spelen. Zelfstandig, maar wel onder toeziend oog van de cursusleider en zijn assistenten. Deze moeten vooral de neiging onderdrukken om van alles en nog wat te gaan uitleggen. Het enige waar ze op moeten letten is dat de regels in acht worden genomen — en dan met name de regel dat stenen die geen vrijheden meer hebben van het bord verdwijnen en in de juiste gevangenenbak belanden. En daar zullen ze hun handen vol aan hebben!

(Iets waar wel — al was het maar tussen neus en lippen door — direct aandacht aan moet worden besteed als de cursisten beginnen met zelf spelen, is de manier waarop go-spelers de stenen op het bord zetten. Zie hier voor het hoe en waarom hiervan.)

Het zelf spelen van de cursisten kan het beste op 13x13-bordjes. Als het goed is zijn die nog voor een prik te koop bij de Nederlandse Go Bond. (En zo niet, dan zou de Nederlandse Go Bond er snel voor moeten zorgen dat er daar weer een flinke hoeveelheid van wordt aangemaakt. De versie uit de jaren tachtig voldeed prima. Alleen zou ik bij een nieuwe oplage de kleur van het karton echt goudgeel maken in plaats van het een beetje viezige roze of vaalgroen van de vorige oplage en de coördinaten weglaten: die zijn ontsierend en er is niemand die daar nog gebruik van maakt.)

De ko-regel? Volstrekt negeren! Als er in een partij een ko voorkomt en de partij dreigt te ontaarden in een oneindigheenenweerslasituatie zijn er twee mogelijkheden: (1) de spelers lossen het probleem zelf op (en ontdekken op die manier de ko-regel in feite zelf), of (2) de spelers komen met vragen bij de begeleiders. Dán is het moment daar om de ko-regel 'officieel' — met enige kans op succes — te gaan uitleggen, om de simpele reden dat (1) de spelers zelf hebben ondervonden dat er een probleem is en dat (2) er sprake is van een concrete spelsituatie waarin de cyclus van dreigen, terugslaan, dreigen, terugslaan … heel concreet kan worden gedemonstreerd.

Hetzelfde wat geldt voor het uitleggen van de ko-regel, geldt eigenlijk ook voor het uitleggen van twee ogen. Ook dit kan het beste in de contekst van een concrete partijstelling. En als het een beetje in het verhaal te pas komt, kun je dan meteen het seki meenemen. Maar maak daar geen halszaak van. Een seki komt maar zelden voor en als in een partij tussen beginners een seki wordt mishandeld? Soit, geen man overboord.

En dan is er tenslotte nog de kwestie van Wanneer is het afgelopen? en het hele gedoe rond het tellen van de uitslag. Ook dit is weer typisch iets wat je iemand alleen kan leren aan de hand van een concrete partijstelling. En dan is het eigenlijk toch vrij simpel:

Als de partij duidelijk nog niet is afgelopen kun je de spelers een hint geven over waar 'nog wat te halen valt'. Als de partij wel echt is afgelopen ga je als begeleider er even bij zitten en laat je de spelers om de beurt, een voor een, de damepunten vullen, de nodige te-ire zetten doen, en vervolgens beide, direct na elkaar, passen.

Wat overblijft zijn de dode stenen die nog op het bord staan. Leg uit waarom die stenen dood zijn (daarvoor zal het in de meeste gevallen bij partijen van beginners niet nodig zijn een heel verhaal te houden over twee ogen) en dat die dode stenen gewoon van het bord mogen worden genomen. Maak er niet teveel woorden aan vuil. En begin vooral niet over dingen als 'de Chinese telwijze', als je daar niet zelf alles, maar dan ook werkelijk álles, van weet en begrijpt (en ik ken persoonlijk maar één Nederlandse go-speler die wat dit betreft gequalificeerd is: Nico Spruit.)


En ze speelden nog lang en gelukkig.


© 2021 Robert Rehm